Niveauverschillen

Binnen de sport zijn er allerlei niveaus. Die van de sport zelf, binnen een club, maar ook tijdens de competitie. Dit hebben we afgelopen weekend kunnen zien en deze keer positief! Geweldig om te lezen dat veel teams groene vakjes lieten zien. Lezen? Tsja, mijn bijdrage komt deze week vanaf vakantie, daarover later meer. Verschillende niveaus zijn er ook in de organisatie van de sport, zoals de bond en de verenigingen. Die laatste heb ik vorige week al enigszins toegelicht, deze week iets meer over de bond die het korfbal in Nederland organiseert en daarmee mede mogelijk maakt.

De korfbalbond, ofwel het KNKV (Koninklijk Nederlands Korfbal Verbond), neemt een centrale plaats in, binnen onze sport. Zij is opgedeeld in districten en regio’s, met daarbinnen weer de verenigingen. Daarnaast vertegenwoordigt zij Nederland in het internationale korfballandschap, waar de IKF (International Korfball Federation) het centrale orgaan is. De sportwereld is volop in beweging en dus ook de korfbalwereld. Er zijn veel ontwikkelingen gaande, waarbij het KNKV deze probeert te beïnvloeden, enerzijds in de eigen organisatie en anderzijds in de sportwereld.

Zo heeft de bond een strategisch plan met een aantal doelen. Eén daarvan is het verkrijgen van een Olympische status voor korfbal. Een soort stip op de horizon, zoals wij die ook hebben en waaraan andere doelen gerelateerd zijn. Bijvoorbeeld het aantal leden, wat nu iets minder is dan 100.000, maar wat zou moeten groeien naar 150.000 leden op lange termijn. Maar ook het zorgen voor een moderne en positieve uitstraling van korfbal als sport, door bijvoorbeeld andere vormen van korfbal te introduceren. Of in samenwerking met de verenigingen streven naar meer participatie en een goede maatschappelijke rol die onze sport kan vervullen.

Het klinkt en voelt vaak als een organisatie die ver af staat van de vereniging, maar niets is minder waar. De competitie alleen al, het zorgen voor indelingen op ieder niveau, programma’s en scheidsrechters is iets dat er niet zou zijn zonder een korfbalbond. En een doel stellen is goed, je kunt daarmee ergens naar toe werken. Dat wil niet zeggen dat het altijd goed is, maar je kunt het wel bijsturen. En meedenken als vereniging helpt daarbij en ik denk ook dat het uiteindelijk de samenwerking is, waar iedereen het beste bij gebaat is.

Twee kleine voorbeelden (zonder daarbij de prestatie van onze V5 toppers tekort te doen) zijn denk ik het noemen waard. Als eerste het kampioenschap van ons vijfde, een groep korfbalfanaten die hun talenten blijven uitnutten, op het veld de sterren van de hemel spelen en plezier hebben en houden in het spelletje. Het is een leeftijdsgroep waarin mensen er vaak voor kiezen om te stoppen, maar door deze mogelijkheid te bieden blijven ze gelukkig spelen en met wat voor resultaat, super! Als tweede een voorbeeld van een innovatieve gedachte. We waren vandaag namelijk in Boedapest en liepen daar langs de vijver waar men in de winter het “ice korfball” had geïntroduceerd. Het filmpje (http://val.to/ijskorfbal) kende ik al, maar herkende de plaats ineens toen we er langs liepen. Het zal vast geen tegenhanger worden van beachkorfbal, maar de gedachte geeft wel aan dat je met korfbal veel kanten op kunt. En dat is denk ik erg krachtig.

Wat ook krachtig is, is de kans op het kampioenschap voor de B1 en de C1. Heel gaaf als zij het niveauverschil kunnen laten zien met de tegenstander en waarom ook niet? Daarom aan een ieder de oproep: kom ze aanmoedigen. Het is tijd voor een feestje (of twee)!

Namens het bestuur,
Jan Jaap Elenbaas